top of page
Zoeken
  • Annelies Deleersnyder

22 maart - 5 jaar later


22 maart 2016, een dag zoals alle andere, dachten we. Thijs was ’s morgens vroeg vertrokken naar de luchthaven voor een dagje Milaan met het werk, een bedrijfsbezoek bij één van hun leveranciers. We namen ’s nachts afscheid en ik kroop nog even terug mijn bed in.


Op weg naar het werk merkte ik iets vreemds op aan mijn wagen. Op de autosnelweg leek het alsof er wat los hing. Voor ik het goed en wel doorhad zag ik plots dat mijn motorkap los was gekomen. Ik reed op het derde vak dus moest ik halsoverkop drie rijvakken opschuiven om op de pechstrook te geraken, in volle ochtendspits. De adrenaline gierde door mijn lijf, ik vind er maar niets aan om stil te staan naast die vrachtwagens die voorbij bulderen. Ik slaagde erin om alles terug vast te krijgen en zette mijn rit naar het werk voort. Wist ik veel dat die hoeveelheid adrenaline en angst peanuts was in vergelijking met wat een half uur later zou volgen.


Ik ben zoals iedere morgen als eerste op kantoor. Ik start om 8u en mijn collega Debie iets later. Ik kreeg nog een What’sApp berichtje van Thijs: Some girls play house, real girls go racing. Waarmee hij doelde op onze gezamenlijke hobby. Zijn laatste antwoord kwam om 7.56u.


Terwijl ik aan mijn werkdag begon kwam Debie binnengewandeld, het moet ongeveer 8u10 geweest zijn. De telefoon aan haar oor gekneld, haar ogen rood van het huilen en een bevende stem terwijl ze praat tegen de andere persoon aan de lijn.


Op dat moment ben ik me helemaal nog niet bewust van wat er aan de hand is. Ik nam aan dat er iets moest gebeurd zijn in de familie, met haar man, Lena of Freya, haar ouders misschien?

Ik kijk vragend in haar richting maar besluit haar niet te storen in het gesprek. Ik hoorde een paar zaken over een vlucht uit Qatar en haar ouders die onbereikbaar waren, maar ik kon er niet veel van maken. Na enkele minuten hangt ze op en ik vraag meteen uit bezorgdheid of alles wel OK is. Ze zei me dat ze haar broer aan de lijn had, er was iets gebeurd in Zaventem en haar ouders kwamen net terug uit Qatar.

Zonder enig besef dat Thijs net die dag ook richting luchthaven vertrokken was vertelt ze me dat er een bomaanslag was geweest en dat ze haar ouders maar niet aan de lijn kreeg. Ze wist niet of ze al geland waren.

Innerlijk sloeg de paniek meteen toe. Ik begon in een razendsnel tempo te rekenen. Aanslag rond 8u in de vertrekhal. Thijs had zijn vlucht iets voor 9u.. Sindsdien kreeg ik geen berichten meer. NEE!!! Hij zit er middenin. Dat kon niet anders. Het leek alsof mijn longen vacuüm trokken, mijn maag kromp ineen, ik keek in paniek naar Debie en zei haar: “Thijs is in Zaventem!”.

De 40 minuten die daarop volgden beleefde ik in een waas van paniek, onzekerheid, angst… Ik probeerde Thijs te bellen, uiteraard geen gehoor. Dan maar sms’en, What’sAppen, maar die berichten kwamen allemaal niet toe. Ik zocht naar het telefoonnummer van Els en Wouter (zijn collega’s), maar besefte algauw dat ik die niet had. Hoe kán dat nu? Dan maar naar het vaste nummer van het bureau, maar daar ook geen reactie. Hoe langer het duurde, hoe meer de moed me in mijn schoenen zakte. Ik liep te ijsberen, mijn GSM was ondertussen vergroeid met mijn handen, hopend op een teken van leven van Thijs. Ik begon te huilen door de onmacht en onwetenheid die me overvielen. Debie probeerde me te kalmeren en sprak me toe dat ik niet mocht uitgaan van het ergste. Alles komt goed. Maar dat was voor mij geen geruststelling.


Seconden, minuten tikten tergend voorbij. Ik was ten einde raad en zocht iets om de tijd te doden. Ik begon alle persberichten te lezen op HLN.be en zag de ravage in de vertrekhal, gewonde mensen, levensloze lichamen, hulpverleners die met man en macht probeerden te redden wat er te redden viel. Maar nog steeds geen nieuws van Thijs… Ik hoorde ondertussen dat alle netwerken overbelast waren en dat we niet meer mochten/konden bellen. In de wagen springen en tot daar rijden was ook geen optie, alles zat potdicht.

Ik kon alleen maar wachten… Ellendig lang wachten. De kantoortelefoon ging over en ik vroeg Debie om op te nemen want ik was niet in staat om zomaar de knop om te draaien en te doen alsof ik me niet zat af te vragen of Thijs nog leefde of niet. Half verdwaasd door de gebeurtenissen zat ik te staren naar mijn telefoon. En dan hoorde ik Debie zeggen: “Thijs?? Oooooh er zal er hier eentje blij zijn jou te horen!”

En ja hoor, het verlossende telefoontje, na een helse 40 minuten wachten in onzekerheid. Thijs was OK, in shock, maar OK. Gevlucht met een ganse groep lotgenoten door de luchthaven.


Toen het gebeurde stond hij aan de check-in voor handbagage, in vogelvlucht een 50m van de vertrekhal. Hij hoorde plots een groep mensen in paniek zijn richting uitkomen en ze riepen hen toe in het Frans dat er geschoten werd. Heel bizar, maar hij had de ontploffing niet gehoord. In een mum van tijd schoot Thijs in overlevingsmodus en liep hij weg op zoek naar een uitgang. Ze kwamen terecht in een traphal richting tarmac, maar beneden toegekomen waren de veiligheidsdeuren gesloten. Op enkele seconden tijd moest hij beslissen wat hij zou doen... Blijven staan of terugkeren en riskeren dat hij oog in oog kwam te staan met schutters. Hij wist toen nog niet dat die kans klein was gezien het ging om een bomaanslag. Hij besloot terug te keren, tegen de stroom in. Eens hij bijna boven was, hoorde hij beneden kreten van opluchting. De deuren waren open! De kracht van een hoop levende zielen op de vlucht was hun redding. Thijs vertelde me nog dat hij zijn collega’s was kwijtgeraakt onderweg, maar dat ze op de tarmac elkaar terugvonden. Zijn GSM, portefeuille en horloge lagen nog in het blauwe bakje, op de plaats waar hij in alle chaos was moeten gaan lopen. Ik hoorde hoe erg hij van slag was door de krak in zijn stem. Toen ik hem vertelde dat er ondertussen al een 2e aanslag was gebeurd in een Brusselse metro, viel hij compleet uit de lucht. Zij hadden er geen weet van. Ons gesprek was kort want het was de enige GSM die ze nog hadden en zijn collega’s moesten het thuisfront ook nog bellen. En toen was hij terug weg…

De gevoelens die toen door me heen raasden zijn met geen woorden te beschrijven. Nog steeds was de angst om hem te verliezen groot, want Thijs was nog ter plaatse en ik wist niet wat er op dat moment nog kon gebeuren. Het enige wat ik kon denken was: Hij moet daar weg! Ik wil hem zien, vasthouden en niet meer loslaten!

Ik kreeg kort erna telefoon van Frederik en Jurgen, 2 vrienden van ons. Ze vroegen me wat er gaande was en waar Thijs was. Ik kon zelf amper vatten wat er zich de laatste uren had afgespeeld en probeerde hen gerust te stellen, ook al was ik vanbinnen zelf een hoopje ellende.


In de hoop iemand aan de lijn te krijgen die mij kon geruststellen belde ik naar zijn ouders om hen te laten weten dat ik Thijs had gehoord. Ik kreeg Paul aan de lijn, papa van Thijs. Een man die, naar mijn weten en ervaring, altijd als een pilaar boven water staat. “Paul, ik heb Thijs gehoord, hij belde me en zei dat hij OK was, maak jullie geen zorgen, ik hou jullie op de hoogte”. Het enige wat ik hoorde was “Ja Liesje, dank je wel”. Zo fragiel, vol angst en onzekerheid, een gebroken man. Zó had ik hem nog nooit gehoord. Enkele snikken kreeg ik nog te horen en toen besefte ik hoe dit bij hen ook keihard was binnengekomen.


Ondertussen waren we reeds een goed uur verder en had ik alleen nog maar oor en oog naar alle berichten die binnenkwamen op de verschillende nieuwssites. Ik zat er als verweesd bij en maakte me nog steeds ongelooflijk veel zorgen over Thijs.

Eventjes later werd ik gelukkig terug opgebeld door hem. Ze waren ondertussen ondergebracht in een sporthal dichtbij de luchthaven. Met de bus werden ze tot daar gebracht, hij zag meisjes opstappen met zwartgeblakerd haar door de ontploffing. Het besef dat hij door het oog van de naald gekropen was kwam langzaam binnen. De beslissing om geen koffie meer te drinken aan de Starbucks in de inkomhal was hun redding geweest.

In de sporthal kregen ze te horen dat Zaventem in quarantaine was en dat ze niet weg konden.

Frederik belde me op om me te laten weten dat hij ondertussen vertrokken was richting Zaventem. Daarna kreeg ik te horen dat Thijs en zijn collega’s met een taxi toch buiten Zaventem waren geraakt en zo in Groot-Bijgaarden terecht konden. Daar pikte Frederik hen op.


Het was 16u15 toen Thijs eindelijk kwam binnengewandeld op het kantoor…

Nog NOOIT was ik zo opgelucht, zo verdrietig en zo nederig tegelijk als toen ik hem terugzag. Het besef dat ik hem ’s nachts misschien voor de laatste keer had gekust en geknuffeld kwam als een koude douche over mij heen. Het gevoel ging zo diep dat het op vandaag nog steeds pijn doet als ik eraan denk.


Sommigen hadden die dag niet zoveel geluk als Thijs en ik hoop dat hun naasten hun gevoel, verdriet, eenzaamheid op een waardige manier kunnen plaatsen.


Éen ding is zeker. Een luchthaven is voor ons niet meer wat het was. Het gaat gepaard met zenuwen en een gevoel van onrust, het liefst zijn we er zo snel mogelijk weer weg.


22 maart 2021, vijf jaar later en nog steeds bezorgt het me kippenvel.

Tot op vandaag heb ik het nog steeds moeilijk als Thijs alleen weggaat. Ik denk dat er bij mij onbewust een diepgewortelde onzekerheid plaatsnam op die dag en ik vrees dat die nooit meer verdwijnt.

Het is de eerste keer dat ik dit openlijk durf toe te geven, na 5 jaar...

Als er 1 ding positief was aan die dag, dan is het wel dat ik er een schat van een vriendin aan over heb gehouden. Debie, jij was mijn rots en ik ben jou zo ongelooflijk dankbaar dat je mij die dag overeind hebt gehouden.

339 weergaven1 opmerking

Recente blogposts

Alles weergeven

1 Comment


debie_vant
Mar 22, 2021

Wat een dag was dat he! We waren er voor elkaar die dag. En dat zijn we nu nog steeds 💖

Like
bottom of page